donderdag 20 juni 2013

IN EEN VOLGEND LEVEN WORD IK KRAANDRIJVER

Wat een week! Woensdag j.l. heb ik voor het eerst in levende lijve onze koning en koningin aanschouwd. Niet dat ik daar apart voor op stap ga, maar omdat ik toch naar mijn moeder moest, heb ik er toch wel even een straatje voor omgelopen. 
Maxima vraagt: 'Heb je Ellen al gezien?'


Ze waren er al en eerst zag ik niks, alleen een heleboel kinderen, maar er stonden een aantal jonge vrouwen naast mij te zwijmelen en dank zij hen kon ik een rood-rose hoed ontdekken en die bleek dus van koningin Maxima te zijn. Later kwamen zij onze kant opgelopen om in de auto te stappen. De politieagenten zaten al klaar op hun motoren, die mannen heb ik wel van heel nabij mogen bekijken en ze waren het waard. Leuke jongens.
Het koningspaar zwaaide nog even naar ons en toen gingen ze op weg naar Leliestad.

Vanmorgen vroeg kwam er met veel kabaal een heleboel materiaal aangereden, een grote kraan met machinist nestelde zich op het fietspad, dat voor de fietsers werd omgeleid. De gemeente zette de daarvoor bestemde borden neer en allerlei auto’s van verschillende bedrijven kwamen daarna aangetuft en jawel er werd een aanvang gemaakt om onze terrassen te renoveren. Van de eerste negen stuks zijn de tegels gelicht en die werden met een enorme grijper in de bestemde afvalcontainer gedeponeerd. Later werden de nieuwe tegels omhoog gehesen.
De werklui gaan aan de slag
Maar het leukste was het opruimen van al dat materiaal, want om te beginnen draait de cabine op die grote grijper om zijn eigen as en hoeft dus niet te keren.
Enorm fascinerend vond ik het en besloot ter plekke, dat ik kraandrijver wil worden in een volgend leven.
Want die auto’s dat is toch een uitvinding, alles gaat hydraulisch (geloof ik tenminste) of computergestuurd?

Er zijn allerlei verborgen laden en opbergruimtes om al hun werkmateriaal in de auto te laten verdwijnen. Volgens mij heb ik met open mond staan kijken.
Ook de afvalcontainer werd opgehesen en net toen ik dacht: ‘oh jé, dit gaat fout, omdat de laadbak bijna verticaal ophoog werd getakeld en de tegels al begonnen te glijden zakte de bak, precies op tijd, horizontaal op de vrachtauto. In een mum was alles opgeruimd.
Hij lijkt erop, maar het is hem niet!
De zijflappen, waardoor een ieder ziet, dat hij met zijn fiets om moet rijden, gleden naar binnen voor en achter de vrachtauto zonder morren en daarna ging de hele handel op weg.

Morgen rijd ik naar de Betuwe, koffiedrinken met mijn vroegere buurvrouwen en ga eens poolshoogte nemen in mijn tuin. Hoe zullen de rozen erbij staan?
Maar ja, ik heb er niks meer mee van doen en wat ‘mijn tuin’!
Er is daar immers niks meer van mij.
Tja, ik zie me daar al aanbellen en ze rekening en verantwoording afdwingen over mijn rozen.
Zou ik zo gek zijn? Vast wel!

maandag 10 juni 2013

IK HOUD VAN JOU, MAAR OOK VAN HEM (laatste deel)

Ik ben veranderd’ zegt Dorien plotseling tegen Lidia die is blijven slapen, terwijl ze aan de ontbijttafel zitten in de keuken.
‘Dick en Peter zijn niet veranderd, terwijl ik hen min of meer de schuld geef, maar ik ben degene, die de dingen anders is gaan zien.
 

Wat zie je precies?’ vraagt Lidia.
‘Wel ik heb er moeite mee, dat ik niet meer die gevoelens voor Dick en Peter heb, die ik kort geleden nog wel had.
Ik hield heel veel van ze en het is net of ik een ander gevoelsleven heb gekregen, waar ik niet om gevraagd heb. Het voelt aan als een groot verlies.

‘Je bent je grenzen aan het bijstellen’ antwoordt Lidia .

Weet je wat ik het meeste mis? Gaat Dorien verder.
‘Het liefhebben, het gevoel de ander zeer nabij te zijn. Het is net alsof ik een intolerant mens ben geworden. Ik heb alleen maar kritiek op ze en voel me steeds gekwetst.’

Lidia pakt de theepot en houdt uitnodigend de pot omhoog met een vragend gezicht en schenkt dan zonder af te wachten, Dorien’s kopje nog eens vol en dan zegt ze:
‘Vroeger was je altijd bezig het de ander naar de zin te maken en nu voel je, dat je eigen behoeftes er ook zijn.’

‘De andere kant is’, begint Dorien weer, dat ik nu veel beter zie en voel wat wel en niet goed voor me is. Een tweeslachtig gevoel.’
‘Zijn beide gevoelens even sterk?’Vraagt Lidia geïnteresseerd.
‘Eigenlijk wel, maar ik voel heel duidelijk, dat dit de weg is, die ik wil gaan.
Wat zijn je plannen?
Ik ga Dick een mail sturen en ik moet er nog even over nadenken, maar ik ga geen relatie meer met hem aan. Daar kan ik nu heel duidelijk in zijn.
Wil je niet een afspraak met hem maken?
Nee, hij kiest zelf voor een mailcontact en ik ga het ook niet moeilijker maken voor mezelf, dan nodig is.

Daarna ga ik naar Frankrijk, ik moet praten met Peter en ik heb gisteren al mijn werkzaamheden zo kunnen regelen, dat ik er even tussen uit kan. 
Je bent een dapper mens’ zegt Lidia, terwijl ze van tafel opstaat. ‘Ik geef je een kus, want ik moet er vandoor. Met een goed gevoel, verlaat ik je en ik wens je alle goeds voor de komende tijd.’
Lidia loopt naar Dorien en geeft haar een kus en dan lopen de tranen bij Dorien over de wangen en komt al het opgekropte verdriet naar buiten. Lidia slaat de armen om haar heen en voert haar naar de kamer, waar ze op de bank terechtkomen.

Als Dorien weer een beetje tot zichzelf komt, haalt Lidia een glas water voor haar en dan zegt Dorien: ‘Dank je wel, het was fijn, dat je er was. Ik weet niet hoe het zal gaan tussen Peter en mij, dat is afwachten. Hij krijgt ook een andere vrouw terug en daar zal hij ook aan moeten wennen en het is de vraag of hij wel verder met mij wil.

Maar wat er ook gebeurt, het is goed zo.’
En met deze woorden nemen Dorien en Lidia afscheid van elkaar en ook van ons.

Einde

zondag 9 juni 2013

IK HOUD VAN JOU, MAAR OOK VAN HEM (deel 11)

‘Hoe zou je de situatie omschrijven, waarin je nu verkeert voor wat betreft Dick?’ pakt Lidia het gesprek weer op.
‘Wel, ik heb met hem gesproken over het plotseling afbreken van de telefoon en het blokkeren van ons mailadres.
Hij vertelde mij, dat zijn toenmalige vrouw, terwijl hij mij aan het bellen was, binnenkwam en daarom plotseling afbrak. Zij eiste van hem, dat hij het emailadres vernietigde en hij voelde zich de eerste dagen zo buiten alles staan, dat hij toen niet bij machte was, zich daartegen te verweren. Dat kon ik begrijpen, maar waarom hij mij daarna niet even een kort berichtje kon zenden, dat is voor mij abracadabra.


En waarom ik hem dat niet meer gevraagd heb? Wel, ik dacht, dat het voor de hand lag mij dit te vertellen en misschien vond hij, dat hij zich voldoende had verklaard via zijn vriend, die hij zei eerst orde op zaken te willen stellen met de mensen in zijn naaste omgeving. Hij heeft wel veel aan mij gedacht, vertelde hij mij later en ook dat hij het heel erg vond, dat ik verstoken was van alles.
Dus, ja samengevat zou ik zeggen, dat hij invoelend vermogen heeft, maar in wezen niet zoveel van mij houdt. Hij wilde toen zijn huidige leven behouden en er ook geen stip van missen wat voordien al inhield, dat wilde ik met hem verkeren, ik mij moest aanpassen.

Natuurlijk had ik de keuze om dat niet te doen, alleen iedere keer als ons contact intensiveerde hadden wij een heel intiem contact en misschien ten onrechte, heb ik dat aangezien voor liefde. Ja, hij wilde mij graag liefhebben, maar wilde daarvoor geen verantwoordelijkheid dragen, laat staan, dat hij de consequenties accepteerde.
Zoals de laatste keer, dat ik hem ontmoette, dus tijdens het etentje vertelde hij, dat hij voor mij een universele liefde voelde en alleen contact wilde via internet en ik hoefde er niet op te rekenen, dat hij mij ooit nog weer in levende lijve wilde ontmoeten.
Geheimen deelden wij

Ikzelf heb een totaal andere insteek, ik wil graag een mens liefhebben, daar houd ik van, maar ik houd niet van een soort liefde, die alleen haar bestaansrecht kan vinden in een soort droom, dat bestaat uit schriftelijk contact en bij hoge uitzondering soms uit een telefoontje. Dick ontnam mij nooit mijn rechten, hij was in dat opzicht een integer en ruimdenkend mens.
Kortom: ik denk, dat hij alles goed voor zichzelf op een rijtje heeft gezet, dus wat hij aan kan en wil, alleen het strookt totaal niet met mijn behoeftes. Ik heb mij in het verleden al veel te veel aangepast waar ik nog steeds de gevolgen van ondervind.
Samengevat: het is definitief voorbij en over, onze behoeftes over en weer komen niet overeen.

Wat mij het meest frustreert, is dat ik nooit ervoer, dat hij iets voor mij over had, hij is voor de goede orde een invoelend mens, daarin kwam ik niks tekort. Het voelt voor mij – en misschien wel terecht – alsof hij uitsluitend voor zichzelf zorgde met behulp van zijn therapeut. Maar inmiddels heb ik zeer duidelijk gekregen – dat hij niet de man is, die ik zoek.
Over en voorbij

Ondanks dit heldere gegeven, moet ik herhaaldelijk voor mezelf op een rijtje zetten en onder ogen zien, dat wij volkomen langs elkaar heen gaan en dat dit het is geweest.
Mijn ego is nog steeds gekwetst. Het is makkelijker kwaad te zijn, dan de pijn, die daaronder zit te voelen. Tja en dat is het kind in mij.

Zullen wij om de avond af te sluiten nog een afzakkertje nemen Lidia en dan lekker slapen en morgen gezond weer op? Lidia knikt van 'ja' en zegt dan: 'doen we! Het is niet niks wat je voor je kiezen hebt gekregen, maar je hebt veel kracht. Je komt er wel uit.'



IK HOUD VAN JOU, MAAR OOK VAN HEM (deel 10)

Bij de koffie haalt Lidia doosjes met exclusief handgemaakte bonbons uit haar tas en zet deze geopend op tafel.

‘Mmm doet Dorien. Ja, ik weet, dat ik je hiermee een plezier doe, dus tast toe.
Ik heb trouwens iets goed te maken, gaat Lidia verder, want Ester heeft mij iets verteld over je problemen. Vind je dat erg vervelend?
Nou ja, ik wilde je vanavond toch al het één en ander vertellen, nu Ester mij voor is geweest, hoeft dat dus niet meer.
Neem het Ester alsjeblieft niet kwalijk, want ik heb haar gevraagd wat er aan de hand is, omdat ik een bepaalde spanning voelde gisteravond en het niet goed kon plaatsen. Dat is oké, ik weet dat jullie geen roddelaarsters zijn en het goed bedoelen’ stelt Dorien haar gerust.

‘Mag ik je iets vragen Dorien? Ik hoef toch niet bij jou op de divan, hoop ik?
Nee, natuurlijk niet, ik zit hier als je vriendin en niet als hulpverlener, maar als je het vervelend vindt, dan veranderen wij gewoon van onderwerp.

Eigenlijk wil ik er wel graag over praten, knikt Dorien  instemmend, dus vraag maar, als je te dichtbij komt, zeg ik het je wel. Afgesproken!
Je hebt duidelijk laten merken, dat er ooit in het verleden iets is gebeurd tussen jou en Dick en dan doel ik niet op jullie vroegere contacten, maar op het stuklopen van jullie relatie. Wil je me vertellen wat de essentie is geweest van jullie breuk?

‘Je weet, dat Dick toen nog getrouwd was?’ En op het bevestigend knikje van Lidia, verteld Dorien verder: ‘Op het moment, dat ik Dick vertelde, dat ik de relatie met hem niet meer aankon, omdat ik het niet meer trok om de 2e viool te spelen en wij aan de afsluiting daarvan werkten, werd de relatie door zijn vrouw ontdekt.
Daarover heeft Dick mij nog gebeld, maar wij werden verbroken tijdens ons gesprek en toen ik hem wilde mailen, bleek dat ons mailadres opgeheven was.
Ik kon hem dus niet meer bereiken. Twee maanden lang heb ik niks van hem vernomen.

Hoe voelde dat voor je’, vraagt Lidia zacht, omdat Dorien stil valt.
Toen ik geconfronteerd werd met een leeg scherm, ging ik langzaamaan kapot en ik realiseerde mij hoe afhankelijk ik was in mijn liefde voor hem.

Ik kon zijn manier van omgaan met mij niet begrijpen en ik was zo blij, dat ik van te voren al het besluit had genomen om de relatie te beëindigen. Ik voelde, dat ik een basis had, dat niemand kapot kan maken, want mijn liefde voor hem viel wel in stukken uit elkaar. En toen hij niks van zich liet horen, voelde ik heel helder, dat hij mijn liefde niet waard was.
Uiteindelijk heb ik een vriend van hem benaderd en heb hem gevraagd om te bemiddelen, want ik wilde onze relatie afsluiten, ik wilde verder met mijn leven.
Deze vriend wist mij te vertellen, dat Dick hem gezegd had, dat hij eerst de problemen in zijn privé leven wilde oplossen en daarna met mij wilde afsluiten.
Dat is ook gebeurd in die zin, dat van een goede afsluiting geen sprake was.

Wat gebeurde er?’ Vraagt Lidia.
‘Wel, hij had een belangrijke opdracht, maar hij kwam niet tot werken. Hij blokkeerde en met zijn therapeut had hij besloten, dat het werk door moest gaan en met mij moest het afgelopen zijn, of het afscheid moest op de lange baan worden geschoven en toen bemoeide ook zijn vriend zich nog met ons.
Hoe heb je dat aangekund? Vraagt Lidia rustig verder, want Dorien raakt geëmotioneerd.
Ik werd zo kwaad, dat ik meteen de relatie heb beëindigd. Op een heel fatsoenlijke manier trouwens. Van mijn woede heb ik niks laten merken, ik voelde niks meer voor hem, het was of dat gevoel helemaal dood was.
Hij schreef nog, dat hij mij over een jaar zou schrijven, wat ik voor hem betekend had, maar daar heb ik niet meer op gereageerd.


En hoe is dat gevoel nu dan voor Dick?
Het gevoel is dood en het blijft dood. Het verlangen is weg, maar het vreemde is, dat ik nog steeds iedere dag aan hem denk.

Heb je enig idee, waarom je nog steeds aan hem denkt?
Onmacht denk ik, want ik begrijp het niet. Ik begrijp niet waarom iemand zegt, dat hij van je houdt en er niet naar handelt.
Ik voel me belazerd, maar ik begrijp niet, waarom ik dat niet gemerkt en gevoeld heb.
Of misschien heb ik dat niet willen voelen en merken?
Of zit het genuanceerder in elkaar?

Vraag je dat aan mij Dorien? Nee, ik stel mezelf die vraag, want ik denk inderdaad, dat het genuanceerder in elkaar zit, alleen ik kan de vinger er niet opleggen, want Dick vertelt mij niks.
Dat is de reden, waarom ik op zijn verzoek/eis ben ingegaan om te komen eten.

IK HOUD VAN JOU, MAAR OOK VAN HEM (deel 9)

Dorien sluit met een tevreden gevoel haar computer af, ze heeft goed gewerkt vandaag en vindt, dat ze wel een glas wijn heeft verdiend. Ze ontkurkt een fles in de keuken en nadat ze heeft ingeschonken, trekt ze de koelkast open en ziet kip, paprika, prei en courgette. Ah, daar kan ze wel wat mee. Courgettesoep gaat ze maken met kruidenkaas en oosterse kip. Rijst staat er nog in de kast……
Het geluid van de telefoon stoort haar in de kookoverpeinzingen en terwijl ze de hoorn opneemt, loopt ze naar de kamer en ziet onderwijl op de display, dat het Lidia is, die haar belt.
Na de begroetingen over en weer vraagt Dorien of Lidia voor iets speciaals belt, maar nee, dat is niet het geval, ze wil alleen maar weten hoe het met haar gaat.
‘Heb je zin om te komen eten?’ vraagt Dorien. ‘Stoor ik je dan niet? Welnee, anders zou ik je immers niet vragen? Oké, dan sta ik over een kwartiertje ongeveer voor je deur’ antwoordt Lidia.

Dorien steekt alvast de openhaard aan, want het begint wat fris te worden, het wil immers maar niet zomeren en loopt weer terug naar de keuken om alvast voorbereidingen te treffen voor het eten.
Ze snijdt de kip in stukken om in de marinade te zetten en verwerkt de courgette tot blokjes, zo ook een rode ui en snippert een knoflookteen. Onderwijl pakt ze een liter bouillon uit de koelkast en fruit de ui met de knoflook aan, waarna ze de blokjes courgette toevoegt. Zo nu de prei nog even klein snijden en dan kan alles in de pan en terwijl ze bezig is met kokkerellen, hoort Dorien zichzelf neuriën en tot haar verbazing merkt ze, dat ze zich gelukkig voelt. 

Even later gaat de bel en staat Lidia voor de deur. ‘Hoe bevalt het alleenzijn?’ vraagt Lidia geïnteresseerd. ‘Ik vind het gewoonweg heerlijk, heb fijn gewerkt vandaag en heb met veel plezier de voorbereidingen getroffen voor het eten. Tenminste ik hoop, dat je van courgettesoep en oosterse kip houdt? Dat klinkt allemaal verrukkelijk’ geniet Lidia al bij voorbaat. Het vuur knettert in de openhaard, als Dorien Lidia naar de kamer loodst en vraagt of Lidia een glas wijn belieft, terwijl ze de wijnfles ophoog houdt. ‘Graag, daar ben ik wel aan toe.’

‘Hoe gaat het met jou?’ vraagt Dorien, ‘gisteren ben ik er helemaal niet toegekomen om naar jou te informeren. Uitstekend gaat het mij, de praktijk loopt goed en ja er is natuurlijk altijd wel iets wat extra aandacht vraagt, maar sinds ik twee jaar geleden begonnen ben met mijn eigen psychotherapeutisch bureau, kan ik nu met een gerust hart zeggen, dat alles boven verwachting goed verloopt.’
Terwijl Dorien luistert naar een paar wetenswaardigheden, die Lidia haar vertelt over de voordelen van het werken met cliënten vanuit haar eigen bureau, vergeet Dorien niet, dat ze gastvrouw is en schenkt ze nog eens in.

‘Hier liggen tijdschriften’ wijst Dorien,‘want ik moet het eten nog even afmaken. Prima, ik vermaak me wel’ antwoordt Lidia, die even later met haar glas in de hand toch de keuken komt binnen slenteren. ‘Het ruikt hier verrukkelijk’ zegt ze.
Dorien lacht haar vrolijk toe en vraagt: 'wil je even proeven? Natuurlijk' en nadat ze geproefd heeft van de soep, zegt Lidia: 'Lekker, helemaal goed, niks meer aan doen.
Dan kunnen wij aan tafel', besluit Dorien. 


vrijdag 7 juni 2013

IK HOUD VAN JOU, MAAR OOK VAN HEM (deel 8)

Ik moet ophouden met me zo afhankelijk op te stellen’ denkt Dorien.’
Maar eerst wil ik nu voor eens en altijd duidelijk krijgen hoe en waar ik sta wat Dick  betreft.

Peter en Jonas zijn deze ochtend vertrokken naar Frankrijk, Peter was zeer koel bij het afscheid nemen en Jonas warm en vriendschappelijk en hij verzekert haar nogmaals, dat ze van harte welkom is. Ze voelt zich geroerd, maar tegelijkertijd is daar Peter, die alleen zegt: ‘houd je taai en tot ziens.’ Ze heeft hem diep gekwetst, voelt ze.

Terwijl ze hun uitgeleide doet en nazwaait, slaat ze haar armen om zich heen, want ze voelt zich ellendig en verlaten. Ze rilt en vlucht naar binnen waar ze eerst koffie gaat zetten en onderwijl pakt ze alvast een kladblok en zet zich aan de keukentafel.

Dick was haar altijd zeer na, hij is haar zo bekend, maar wat hij haar niet kan bieden is stabiliteit. De ene dag houdt hij van haar en geeft haar inzicht in zijn gevoelens, terwijl hij met hetzelfde gemak haar de volgende dag buitensluit en meteen ook maar aangeeft, dat hij haar nooit zal kiezen als zijn partner. Zij is niet zijn droomvrouw.
Hij is haar nabij, als hij iets van haar nodig heeft; aandacht, vertrouwen en opvang. Zodra hij dit van haar heeft ontvangen vlucht hij en dit gedrag vertoont hij al zolang zij hem kent. Hij begrijpt niet hoezeer haar dit kwetst.

Peter daarentegen is de stabiliteit zelve, hij is betrouwbaar en houdt van haar.
Langzaamaan dringt het tot Dorien door, dat hoeveel zij ook van Dick houdt, zij zijn vluchtgedrag niet meer trekt en dat dit het is, wat haar zo moe maakt, omdat zij
steeds weer excuses voor hem zoekt.
De oorzaak van zijn problemen liggen waarschijnlijk in zijn kindertijd en zij begrijpt de problemen waar hij mee worstelt.
Ha, daar ligt dus de kern van haar probleem. Zij richt zich teveel op Dick’s welzijn en dat gaat ten koste van haarzelf.
Oké, als dit de essentie van het probleem is, wat betekent dit dan?
Op het kladblok schrijft Dorien: 'Dick loslaten?'
Merkwaardigerwijs voelt ze opluchting en een aangename rust daalt op haar neer.

Ze zal ook haar gedrag ten aanzien van Peter moeten bijstellen. Het irriteert haar, dat Peter zo beschermend is en zij zich door hem klein gehouden voelt.

Ze schrijft vervolgens: 'Duidelijk krijgen wanneer ik dat gevoel bij Peter krijg.'

Tevreden bekijkt Dorien de twee punten, die ze heeft genoteerd.
Ze gaat nog geen actie ondernemen, ze wil er eerst nog een tijdje op kauwen, dan voelt ze vanzelf wel aan welk probleem ze het eerst aan gaat pakken.
'Nu nog een kop koffie en dan aan het werk', besluit Dorien.

donderdag 30 mei 2013

IK HOUD VAN JOU, MAAR OOK VAN HEM (deel 7)

Even later nemen Lidia en Ester afscheid en Jonas wenst hen goedenacht en vertrekt naar boven. Dorien ruimt de afwasmachine in en Peter zegt: ‘Dorien, ik begrijp, dat jij je zaken moet regelen en dat je daar even de tijd voor moet nemen, maar ik heb liever niet, dat jij hier alleen bent met die Dick Boelens in de buurt. Ik vertrouw hem niet.

Je vertrouwt mij niet Peter’ reageert Dorien ad rem ‘en dat stoort mij bijzonder.’
Peter neemt een slokje van zijn wijn, zodat hij tijd heeft om na te denken.
En dan zegt hij: ‘Dorien, je vergeet hoe jij er aan toe was, toen ik je ontmoette.
Je was kapot toen, omdat je niet opgewassen was tegen die Dick Boelens.
Dat is inmiddels een aantal jaren geleden, denk jij nu werkelijk, dat ik nog steeds hetzelfde onschuldige meisje ben van toen?’



Nee, dat is het niet. Wat is het dan wel Peter?’ vraagt Dorien nogal agressief.
‘Dorien, je hebt heel veel van hem gehouden, heb je mij verteld. Vertel mij dan eens wat ik er van moet denken, nu jullie weer contact hebben.
 


Dorien realiseert zich, dat hij daar een punt heeft, alleen ze moet uitzoeken wat haar nog steeds aan Dick bindt.
‘Peter, ik wil eerlijk en open met je kunnen praten en ik weet, dat ik je nu pijn ga doen, want ik houd van jou, maar ook van hem.
Hoor je wat je zegt Dorien?’ Ze geeft hem geen antwoord, ook al heeft ze de neiging hem steeds gerust te willen stellen. Ze voelt zich schuldig, maar wil daar geen aandacht aan geven. Ze moet nu doorzetten.



‘Misschien moet ik niet met Jonas meegaan en wachten tot je hier alles hebt geregeld, zodat wij samen naar Frankrijk afreizen.’
Dan komt er een vastberadenheid in Dorien naar boven, dat haar doet zeggen:
‘Nee Peter, dat wil ik niet. Ik wil in alle rust tot een besluit kunnen komen, want dat lukt mij niet als jij bovenop me zit.’
Ze ziet zijn kaakspieren trekken en zijn ogen worden donker, terwijl hij haar toevoegt:
‘ik blijf. Nee, je blijft niet, want als jij blijft, ga ik weg, ik heb nu behoefte aan rust en ruimte. Gun mij dat Peter.’

Zich nauwelijks beheersend en zeer afgemeten zegt hij: ‘zoals je wilt. Denk je over een scheiding na? gaat hij verder, haar met koude ogen aankijkend. Is het verdomme al zover, dat je daarmee bezig bent?’
Haar hart gaat naar hem uit, want ze weet hoe Peter haar opgevangen heeft, toen Dick haar van het éne op het andere moment in de steek heeft gelaten.
‘Nee, zegt ze zacht, ik moet alleen met mezelf in het reine komen, geef me wat ruimte Peter en alsjeblieft vertrouw me.’

‘Ik zou graag willen, maar ik weet, dat je hart hangt aan avontuur en dat jij dit bij mij niet vindt.’
De tranen springen Dorien in de ogen, als ze hem zo hoort praten en ze ziet hem lijden. ‘Ik beloof je, dat ik je niet langer, dan nodig in onzekerheid zal laten.’
Met een grom draait Peter zich om en verdwijnt naar boven. Dorien blijft van haar stuk geblazen achter en vertwijfeld grijpt ze naar de wijnfles en schenkt haar glas nog eens vol.

maandag 27 mei 2013

IK HOUD VAN JOU, MAAR OOK VAN HEM (deel 6)


In de bioscoop vermaken Ester en Lidia zich opperbest met de film. Dorien herinnert zich de titel niet eens meer en ze volgt het verhaal ook niet, ze kan zich niet concentreren. Dan maar niet, besluit ze en geeft zich over aan het woedende gevoel, dat ze nog steeds bij zich draagt en dan ineens weet Dorien waar die woede vandaan komt. Als een donderslag bij heldere hemel realiseert ze zich, dat ze hoopte, dat Dick voor een leven met haar zou kiezen.
Hij heeft voor zijn huidige leven gekozen en daarin is een marginale plek voor Dorien ingeruimd. Hij vindt haar dus niet zo belangrijk en hun liefde al helemaal niet.
Daar zit de crux realiseert ze zich.

Hoe dan ook dit sluit niet aan op haar behoeftes en daar zal ze het mee moeten doen, maar niet helemaal, want Dorien is niet van plan zich afhankelijk op te stellen.
Enfin daar gaat ze de komende tijd eens op haar gemak naar kijken en dat geeft haar rust, want meteen is het nare gevoel en de woede verdwenen.
Ze geeft toe aan de moeheid, die zich meteen kenbaar maakt en laat de verdere avond over zich heen komen.

Peter en Jonas zitten aan de eettafel, als Dorien thuiskomt met Lidia en Ester in haar kielzog om de dag af te sluiten en twee paar ogen kijken hen zo ondeugend aan, dat ze spontaan in de lach schieten.

Als twee stoute jongetjes zitten ze zich te goed te doen.
‘Wij hebben scones gebakken’ verklaart Peter zich nader, ‘willen jullie ook?
Nou graag natuurlijk.’


Dorien gaat naar de keuken om koffie te zetten en Peter volgt haar en kijkt haar vragend aan. ‘Wat is er?’ vraagt Dorien. Jouw vriend Dick Boelens heeft gebeld’ zegt hij. Dorien schrikt, maar houdt zich goed.
“Heeft hij een boodschap doorgegeven? Nee, je wist wel waar hij voor belde,’ zegt Peter en hij gaat verder met: ‘wat is er aan de hand tussen jullie beiden?
Nog niets,’flapt Dorien eruit en Peter pakt haar bij haar bovenarmen en dwingt haar hem aan te kijken.
‘Ben je dat van plan dan? Ik weet nog niet wat ik wil,’ geeft Dorien toe.
Ze ziet zijn gezicht wit worden en hij kijkt ontsteld.
‘Hier wil ik verder over praten Dorien, als Lidia en Ester weg zijn, hier wil ik meer van weten. Ik hoop, dat je weet wat je doet’. Het klinkt een beetje dreigend en
Dorien merkt, dat ze gaat trillen.

Gelukkig komt op dat moment Ester binnen vallen en die doet alsof ze de spanning tussen Peter en Dorien niet opmerkt en vraagt onschuldig: ‘ kan ik helpen met inschenken?

Graag’, antwoordt Dorien opgelucht. Ze pakt de kopjes en geeft dit op een blaadje aan Ester, Peter pakt de koffiepot en in optocht gaan ze naar de eethoek.
Jonas is opgewekt met Lidia aan het praten over hun plannen om gezamenlijk een boek te schrijven, dat Peter en hij aan het voorbereiden zijn.
‘Jullie hebben een bepaalde manier van samenwerken gevonden?’vraagt ze.‘Nee, daarover moeten wij nog brainstormen en we hebben het plan opgevat om dit in Frankrijk uit te werken, waar ik een tweede huis heb.
Ga je met ons mee Dorien?’ vraagt Peter en Jonas haakt daarop in met: ‘Je bent van harte welkom, je moet je wel alleen zien te vermaken, zoals je zult begrijpen, maar ’s avonds neem ik jullie mee naar de allerleukste en gezelligste restaurantjes, die ik daar ken. Wat vind je ervan?’ En verwachtingsvol kijken Jonas en Peter haar aan.

‘Wij zijn net terug uit Bergen en ik moet het één en ander doen, want je weet misschien niet – en daarbij kijkt ze Jonas aan – dat ik een internet adviesbureau heb? Ik heb een paar aanvragen liggen, die ik moet behandelen, die kunnen niet blijven liggen.
Bij een intake geef ik de voorkeur aan een persoonlijk gesprek en dit doe ik meestal bij mij thuis, zodat wij over en weer weten met wie wij te doen hebben.
Ook de evaluaties doe ik op die manier,' hoort Dorien zichzelf ratelen.
 
Het huis in zuid Frankrijk
Peter’s gezicht betrekt, ook Jonas kijkt teleurgesteld en daarom voegt ze er aan toe:
‘Wat vinden jullie ervan, als ik de zaken zo snel mogelijk probeer af te handelen en jullie na reis over een paar dagen? Ik neem aan Jonas, dat je in Frankrijk internet hebt? Want dan kan ik mijn werk gewoon blijven doen.
Wij praten er straks verder over Dorien', zegt Peter nogal strak, 'want ik heb liever, dat je meteen meegaat.'

vrijdag 24 mei 2013

IK HOUD VAN JOU, MAAR OOK VAN HEM (deel 5)

Ginnegappend zoeken ze een tafeltje en bestellen een lunch met vers sap en broodjes.
Ester vraagt na enige tijd, terwijl ze een croissant belegt met kaas: 'wat trok je in eerste instantie aan in Dick? Oh, dat weet ik nog precies', begint Dorien. 'Het was alsof ik hem kende. Ik vertrouwde hem meteen en voelde, dat hij dingen in mij raakte, die tot dan toe onbekend waren gebleven. Of spreek ik nu orakeltaal Ester?
Nee, absoluut niet, dat is wat wij doen als we verliefd worden of zijn, onze behoeftes projecteren op een persoon, die ons aantrekt.

‘Heb ik je wel eens verteld, dat hij ook een donkere kant heeft?’ Ester schudt haar hoofd, onderwijl een slok verse sinaasappelsap nemend: ‘ja, hij heeft een kant in zich, waaraan hij een bloedhekel heeft en waaraan hij ook geen weerstand kan bieden.
Bedoel je, dat hij een zwarte kant heeft? Want een donkere kant hebben wij natuurlijk allemaal,' meent Ester te weten.
'Mijn gevoelens ten opzichte van hem zijn soms zo tegenstrijdig, het lijkt wel alsof hij uit twee mensen bestaat en dat is verwarrend. Hij haalt fantasie en werkelijkheid soms door elkaar', houdt Dorien de boot af.
Met een frons tussen haar wenkbrauwen slaat Dorien nadenkend het kapje van haar ei en ze voelt hoe de spieren in haar schouders pijnlijk aanvoelen en bewust laat ze haar schouders zakken om zich te ontspannen.

Wat zoek je bij hem, waarin prikkelt hij jou?' vraagt Ester.
Toen ik hem leerde kennen stimuleerde hij mij om mijn grenzen aan te geven en dat sprak mij aan, omdat ik toen niet altijd begreep van waaruit ik handelde. Ik was gewend van huis uit, dat het nooit goed genoeg was en nooit voldoende, wat ik ook deed.
Hij vond mij goed, zoals ik was. Het was voor mij een openbaring om te merken, dat mijn verstand en gevoel integreerden, waardoor ik betere afwegingen kon maken en niet impulsief meer handelde. Hij was in de eerste plaats een soort vaderfiguur voor mij. Behoefte aan aandacht en warmte had ik en dat gaf hij mij in ruime mate. Ik voelde me steeds zekerder worden. En humor, ik kan niet zonder humor en dat heeft hij.


Totdat hijzelf steeds meer aandacht voor zichzelf ging vragen en de rollen omdraaiden. Hij werd een adolescent en ik de moeder en soms wisselden de rollen en was ik weer het kind.
Maar ook die fase ging voorbij en daarna hebben wij een tijdlang geen contact gehad.
Totdat hij mij schreef, dat hij mij liefhad en voorstelde om met elkaar te mailen.
Maar toen kende ik Peter al.

'Jullie hebben veel met elkaar gedeeld' concludeert Ester, nadat ze het verhaal van Dorien heeft laten bezinken. 'Relaties met anderen is het moeilijkste wat er is, want als het niet goed zit, dan levert het in plaats van tevredenheid, alleen maar angst op.
'Als je het leven durft te leven, word je vanzelf wijs, zei mijn opa altijd, vertelt Ester, 'maar het leven is en blijft een geheimzinnig iets.'

'Hoor eens ik heb nu zin in een glas wijn. Oké' en Ester wenkt de ober en bestelt een fles rode wijn. Een hele fles? Zeker, dat is nodig,' beslist Ester, 'het is namelijk ook een medicijn.
Zullen we Lidy bellen om een glas mee te drinken en dan samen ouderwets gezellig naar de bioscoop?' stelt Dorien voor.

Ester belt Lidy en terwijl ze overlegt met hun gezamenlijke vriendin, voelt Dorien, dat het wel even genoeg is geweest voor dit moment.
Ze is te gespannen om helder te denken, de woede heeft weer bezit van haar genomen en ze wil haar vriendinnen niet opzadelen met haar frustraties.
Even er tussenuit denkt ze, tot rust komen en voelen wat ik wil.

(wordt vervolgt)
Alle namen zijn gefingeerd en de geschiedenis, die ik beschrijf is uitsluitend aan mijn fantasie ontsproten

zaterdag 18 mei 2013

IK HOUD VAN JOU, MAAR OOK VAN HEM (deel 4)

De volgende dag wordt Dorien wakker met het haarscherpe beeld van Dick voor ogen.
'Wat zal er gebeuren, als ik de waarheid aan Peter vertel, vraagt Dorien zich ongemakkelijk af.
Maar waarom zal ze hem kwetsen en zijn leven nodeloos ingewikkeld maken?'
Dorien realiseert zich, dat ze beide mannen nodig heeft als aanvulling op haar persoonlijkheid.

Op dat moment gaat de telefoon, het is Ester.
Ester bedankt Dorien voor de gezellige avond en vraagt dan: 'hoe gaat het met je?'
'Goed', zegt Dorien en ze gaat verder met: 'hoe is de presentatie verlopen?'
'Prima, maar ik bel eigenlijk om je uit te nodigen voor een lunch in Oortjeshekken in de Ooypolder'.
'Dat lijkt me heerlijk!' roept Dorien uit. Ester schiet in de lach en vraagt:
Oortjeshekken
'Ben je uitgehongerd? Een beetje maar', lacht Dorien met haar mee.
'Zou ik tijdens het eten iets met je kunnen bespreken, iets waar ik mee in mijn maag zit? vraagt
Dorien wat aarzelend. 'Tuurlijk' komt Ester meteen en ze vraagt: 'kan ik je zo komen halen om naar Oortjeshekken te gaan? Heb je daar zin in? Gewoon even lekker uitwaaien.'
'Ik ga me snel douchen en aankleden, antwoordt Dorien. Wat denk je kun je over een half uur hier zijn?
Akkoord, je ziet me zo verschijnen.

Dorien draait alvast de kraan van de douche open, waarna ze snel een blik werpt op haar email en ziet, dat Dick haar gemaild heeft. 'Dat kan wachten' bedenkt Dorien zich en haast zich onder de warme stralen. Ze ontspant en voelt dan hoe moe ze is.
Spijkerbroek, een warme trui en wandelschoenen, zo ze is klaar en tegelijkertijd ziet ze de auto van Ester aankomen. Dorien haast zich naar de deur en verwelkomt haar aanstaande schoonzus met: 'Wil je eerst nog een kop koffie? Dank je Dorien, ik heb al genoeg koffie gedronken tijdens de presentatie.
Zullen we meteen maar gaan?' Dorien staat haar jasje al aan te trekken. 'De paden op, de lanen in..' zingt Dorien, alhoewel dat er zo hees en gebarsten uitkomt, dat Ester haastig roept: 'laat maar, laat maar....'
'Oké, oké, zegt Dorien schijnbaar gebelgd, 'ik weet, dat je elk muzikaal gevoel mist.'

Na de auto geparkeerd te hebben lopen ze zwijgend in de richting van de Ooypolder. De zon komt warempel door en genietend met de zon op hun gezichten beginnen beiden tegelijkertijd te praten, zodat ze lachend ook meteen weer stoppen daarmee.
Maar dan begint Dorien met: 'ik weet eigenlijk niet waar ik moet beginnen, het lijkt wel alsof de emoties en gevoelens over elkaar heen buitelen en ik er geen grip op kan kijgen.'
'Dick Boelens! zegt Ester alleen maar. Ja Ester, Dick Boeles' en dan valt Dorien weer stil.
Ester wacht rustig af en na verloop van tijd zegt ze: 'Is het zo moeilijk?' 'Ja', anwoord Dorien en weer stokt ze.

De Ooypolder
Met veel moeite brengt Dorien uit: 'ik zou wensen, dat ik Peter en Dick beiden zou mogen behouden, maar ik heb het gevoel, dat ik moet kiezen. Waarom zou je moeten kiezen?' vraagt Ester zacht.
'Ik weet niet meer wat ik wil en moet en zal. Het is zo verwarrend en' ...gaat Dorien verder, 'het voelt alsof me alles overkomt en ik geen grip meer op mezelf heb.
Ik houd van Peter, alleen hij wil mij altijd beschermen. Een kind voel ik me bij hem, veilig en beschermd, maar ook klein gehouden, terwijl Dick, bij hem leef ik intens. Samen zijn wij het leven zelf, ik houd waanzinnig veel van hem, dat realiseerde ik me gisteravond weer, toen ik hem zag' ratelt Dorien en Ester onderbreekt haar met: 'Waarom heb je hem opgezocht gisteravond?'

En dan vertelt Dorien over de brief van Dick, dat ze hem niet kon bereiken om zijn uitnodiging af te zeggen, maar ook, dat het verlangen naar Dick aan haar trok en dat ze, toen ze hem zag geen verweer meer had en was blijven eten.
'Wat houd je tegen om dit tegen Peter te zeggen?' Dorien kijkt Ester met opgetrokken wenkbrauwen aan: 'je kent Peter immers, hij is ondanks zijn vooruitstrevendheid nogal conservatief. Ik ben bang, dat hij zal eisen, dat ik meteen het contact met Dick moet verbreken.
En dat wil je niet', constateert Ester en dan:
'wat ik zie Dorien, is dat je altijd je best doet om het anderen naar de zin te maken. Misschien is het tijd  om de bakens te verzetten? Wat zou je nu bijvoorbeeld het liefste willen?
'Een lunch, Ester, een heerlijke onverantwoorde lunch', roept Dorien overmoedig.
'Nou meis, het is natuurlijk teveel gevraagd, maar ik doe van harte met je mee. Kom op, wij zijn er bijna en weet je wat? Wij nemen er een glas wijn bij. Wie doet ons wat!'
Lachend en stoeiend vallen ze min of meer het restaurant binnen.

(wordt vervolgd)
N.B. Alle namen zijn gefingeerd en de geschiedenis, die ik beschrijf is puur aan mijn fantasie ontsproten.

zaterdag 11 mei 2013

IK HOUD VAN JOU, MAAR OOK VAN HEM (deel 3)


Op dat moment vraagt Peter aan Dorien: 'Hoe was jouw etentje?'
Dorien overweegt wat ze zal zeggen, ze heeft amper tijd gehad om tot zichzelf te komen, want de aanwezigheid van Dick Boelens voelt ze nog steeds, maar daar is Peter, die een antwoord verwacht.
Ze zegt na diep ademhalen: 'Ja, ik heb heerlijk gegeten in 'De Engel' in Doodewaard met Dick Boelens.
Wij hebben oude herinneringen opgehaald.'
De Engel in Doodewaard

'Hebben jullie nog steeds contact' verwondert Ester zich. 'Vroeger hing die man altijd om je heen, herinner ik mij. Hoe gaat het met hem? Voor zover ik dat kan beoordelen, gaat het goed', antwoordt Dorien ietwat onzeker. Ze voelt de blikken van Peter op zich rusten en kleurt een beetje.
'Werkt hij nog steeds?' wil Ester weten. 'Jazeker, gaat Dorien opgelucht in op de vraag van Ester: 'hij werkt nu aan de universiteit van Utrecht en woont nog steeds in Nijmegen.'
Het gesprek wordt daarna weer algemeen, want Dick Boelens zegt het bezoek weinig en dat geeft Dorien de mogelijkheid om even weg te dromen.

Haar gedachten gaan terug naar het moment, dat ze probeerde om Dick te bellen wat niet lukte en dat ze zich daarna realiseerde, dat ze geen weerstand kon bieden aan zijn uitnodiging.
Ze pakt een strakke spijkerbroek, het bijpassende nieuwe topje en haar donkerblauwe leren jasje uit de kast en zet alvast de douche aan. Meteen grist ze de benodigde handdoeken van de plank en haast zich onder de warme stralen, die rustgevend werken.
Ze droogt zich af, spuit wat eau de toilette op haar huid, borstelt d'r haar en gebruikt een vleugje lippenstift. Zo klaar!

Toen herinnerde ze zich ineens, dat ze haar autosleutels aan het zoeken was, voordat haar blik op de brief van Dick viel. Als ze de trap afkomt ziet ze de sleutels gelukkig meteen al liggen op de tafel in de hal.

Centrum Nijmegen
Dorien pakt het stuur van de auto vast, alsof ze een reddingboei nodig heeft. 'Kom op nu, stel je niet aan, het is Dick Boelens maar, die op je wacht', denkt ze ongeduldig wordend, 'die kun je toch zeker wel aan.' Inmiddels rijdt ze het centrum van Nijmegen binnen en waarachtig het lukt haar ook nog om een parkeerplaats te vinden.


En dan....ziet ze Dick staan in de tuin op de hoek van zijn huis. Staat hij daar om naar haar uit te kijken? Hij heeft haar al gezien en grijnst. Dorien's adem stokt even, ze ziet zijn slanke gestalte gekleed in een spijkerbroek met blauw shirt en een bruin kort jasje. Ze krijgt een neiging om te vluchten, maar ze onderdrukt dit gevoel en stapt naar hem toe, maar haar benen laten haar bijna in de steek, zo trillen ze.
Hij is al bij haar en slaat zijn armen om haar heen.
'Ik kom het etentje afzeggen', begint ze stoer, maar dan ziet ze zijn ogen en kust hem en voelt, dat ze geen weerstand aan hem kan bieden. 'Foute boel' denkt ze nog en dan geeft ze zich over en blijft hem kussen.

(wordt vervolgd)
N.B. Alle namen zijn gefingeerd en de geschiedenis, die ik beschrijf is puur aan mijn fantasie ontsproten.

donderdag 2 mei 2013

IK HOUD VAN JOU, MAAR OOK VAN HEM (deel 2)

Peter kijkt op zijn horloge, het loopt tegen 22.30 uur en hij ziet dat Jonas  zijn glas leegdrinkt. ‘Jonas’ roept Peter, terwijl hij tegelijkertijd naar hem toeloopt ‘hoe denk je erover? Zullen wij eens op huis aangaan? Ik denk, dat Dorien inmiddels ook wel thuis zal zijn.’
Jonas laat zich van de barkruk glijden in het café, waar ze met een paar deelnemers van het symposium zijn neergestreken. Hij rekt zich een beetje uit en zegt: ‘Mijn idee, de dag is lang genoeg geweest.’ Beiden begeven zich naar de garderobe na afscheid genomen te hebben van hun medecursisten en zoeken hun jassen. Terwijl ze daar mee bezig zijn, ziet Peter, Ester, de vriendin van Geert, ook haar jas pakken.
‘Hé Ester’ roept Peter,’ ga je nog even mee naar Dorien voor een laatste glas? Gezellig, ja graag' beantwoord ze zijn vraag. 'Alleen ik blijf niet lang, want ik heb morgen een presentatie te verzorgen.'

Ze lopen naar de parkeergarage in het centrum van Nijmegen, vlak bij het museum ‘Valkhof’ en rijden even later over de Waalbrug richting dijkhuis.

De Waalbrug, Nijmegen
‘Hebben jullie de lezing van de Amerikaanse filosofe Susan Neiman gevolgd?’ vraagt Ester. Ja, licht Jonas haar in, ‘de Pierre Bayle-lezing, vernoemd naar de Franse verlichtingsfilosoof die in 1681 naar Nederland vluchtte’.

Het was een boeiende lezing', vertelt Peter verder, 'omdat de boodschap van de Verlichting nog steeds actueel en relevant is, want de verlichtingsfilosofen formuleerden denkbeelden, die nu nog een morele leidraad vormen voor ieder weldenkend mens. Neem de rechtsstaat nou eens als bijvoorbeeld: toen al ging het over gelijke rechten voor man en vrouw en de rechten van de mens'.

Dan neemt Jonas enthousiast het gesprek van Peter over en informeert Ester verder over het symposium. ‘De uitgangspunten waar wij over gesproken hebben zijn: de pubers, die de kont tegen de krib gooien, als ze merken dat de wereld niet aan hun verwachtingen voldoet en dan worden ze aan de andere kant ook nog eens geconfronteerd met de volwassenen, die heel goed begrijpen, dat de wereld weerbarstig is en dat veranderingen moeizaam tot stand komen.
'Weet je, zegt Ester 'wat ik erg vind? Ik zie toch soms mensen van onze eigen leeftijd, wereldwijs maar toch al als enigszins uitgebluste figuren, die de idealen uit hun jeugd hebben opgegeven. Nou.... 'begint Jonas, maar dan wordt hij in de rede gevallen door Peter, die zegt:
‘Wij zijn er, mevrouw en meneer’.

De voordeur gaat meteen open en Dorien verwelkomt Peter liefdevol en de gasten hartelijk.. ‘Wat gezellig' roept ze uit en Peter kijkt haar even aan, reageert ze niet wat te gespannen? Ook haar wangen lijken roder dan normaal, of verbeeldt hij zich dat nou?

Binnen brandt de open haard en een opengeslagen boek ligt op tafel naast een halfvolle wijnglas. 'Ah', merkt Ester genoeglijk op: 'je hebt muziek van Leonard Cohen opstaan.
Ga zitten mensen' roept Peter vanuit de hal, waar hij bezig is hun jassen op te hangen.
Dorien houdt de wijnfles uitnodigend ophoog naar haar bezoek. 'Willen jullie ook een glas rode wijn of liever iets anders?' Peter komt weer binnen en zegt tegen Dorien: 'ik zorg wel voor de drankjes.
Graag' zegt Dorien, terwijl ze hem in het voorbijgaan een kus geeft, 'dan haal ik wat hapjes uit de keuken.'
Als ze terug komt met een schaaltje olijven, toastjes, een kaasplateau en wat nootjes valt ze middenin een gesprek over Immanuel Kant en verneemt ze, dat het  een gedachte-experiment betreft. Terwijl Dorien al redderend de hapjes op tafel zet, waarna ze zich nestelt naast Peter op de bank, vertelt Jonas wat er in de groep tijdens het symposium is besproken.

'Het gaat om een man, die naar het bordeel gaat, terwijl hij eigenlijk niet wil.
Zijn lust is sterker, dan de wil om trouw aan zijn vrouw te blijven.
Totdat er een galg voor het bordeel wordt gezet. Iedereen, die naar de hoeren is geweest, wordt opgehangen. Plotseling blijkt deze man zeer goed in staat te zijn, zijn driften te beheersen. Dat is ook logisch, want wie dood is, kan nergens meer van genieten. Iedereen zou dezelfde keuze maken, aldus Kant.
Immanuel Kant: De mens heeft altijd een keuze

Maar ja, dan wordt dezelfde man bij de koning ontboden, een wrede tiran, die een onschuldige burger ter dood wil laten brengen. Voor de vorm moet een andere burger een brief schrijven waarin het slachtoffer van allerlei wandaden wordt beschuldigd.
Aan de losbol wordt gevraagd de brief te schrijven. Als hij weigert, wordt hij zelf geëxecuteerd. Nu is de keuze helemaal niet meer zo duidelijk.
Wat vinden jullie?' vraagt Peter aan de vrouwen.
'Nou....' begint Ester aarzelend, 'de meesten zouden volgens mij uit doodsangst de brief schrijven.'
Dorien heeft haar twijfels, want zegt ze: 'ik geloof dat nog niet zo, want mensen zijn volgens mij wel bereid te sterven voor een nobele zaak, maar niet voor hoerenbezoek.'

En ze denkt onderwijl: 'zou ik bereid zijn te sterven voor een nobele zaak? Dick Boelens is geen nobele zaak toch? Mijn redelijk vermogen heeft een moreel besef,  maar er is een deel in mezelf dat geen moraal heeft, dat deel dient iets anders', realiseert ze zich machteloos.

(wordt vervolgd)
N.B. Alle namen zijn gefingeerd en de geschiedenis, die ik beschrijf is puur aan mijn fantasie ontsproten.

donderdag 25 april 2013

IK HOUD VAN JOU, MAAR OOK VAN HEM.

Waar heeft ze toch haar sleutels gelaten? Dorien kijkt ongeduldig om zich heen en dan ziet ze de brief op de haltafel liggen en terwijl ze deze alvast ongeduldig open scheurt, dwalen haar ogen kritisch door de woonkamer en blijven ze rusten op de enorme bos bloemen, die ze gisteren heeft gekregen van haar gasten.

Een blij gevoel maakt zich van haar meester, terwijl ze terug denkt aan de geslaagde avond en haar vrienden nog eens stuk voor stuk voor de geest haalt.
Geert, haar broer met zijn onderkoelde humor en zijn aanstekelijke lach met daarnaast gezeten zijn vriendin Esther met haar blonde haar en flitsende uitstraling, die zo intensief in een gesprek kan opgaan, dat ze niet merkt alle ruimte in beslag te nemen.
Dan tussen de gasten, Peter haar man nog steeds aantrekkelijk en charmant, die zoals een ideale gastheer betaamt zorg draagt voor de drankjes en het gesprek gaande houdt, waarbij hij Lidy zo nu en dan tactvol betrekt. Lidy, de vriendin van Esther is zeer verlegen, maar pas op, als ze in vuur en vlam raakt, dan is er van die verlegenheid weinig meer te merken. Bovendien is ze warm en attent.
En Jonas, de nieuwkomer in hun kring. Hij is een collega-schrijver van Peter, die gisteren met hen mee reed, toen Peter en zij komende vanuit hun vakantiehuis in Bergen aan Zee langs Alkmaar reden om hem, zoals afgesproken, daar op te pikken. Reizend via de Zeeburgertunnel richting Amersfoort gaan ze terug naar de Betuwe om voor geruime tijd weer te bivakkeren in hun dijkhuis aan de Waal.

Met plezier kijkt Dorien de kamer rond, van de balken zoldering naar de open haard, van de grote eettafel in de serre via de opstaande schuifdeuren naar de woonkeuken en vice versa. Ze voelt zich warm worden: ‘dit is mijn leven en zo heb ik het me altijd gewenst’, denkt ze dankbaar.

Dan valt haar oog weer op de brief in haar handen en ze leest tot haar verbazing, dat deze afkomstig is van haar vroegere professor Dick Boelens, die haar uitnodigt voor een etentje dezelfde avond nog bij hem thuis.
Bah, daar heeft ze helemaal geen zin in, bovendien hoe moet ze dat uitleggen aan Peter? Peter is met Jonas naar een filosofielezing met aansluitend een symposium van de KUN in Nijmegen.
Haar gedachten gaan terug naar Dick Boelens en ze rilt, als ze aan hun vroegere verhouding denkt. Het ging er niet altijd even zachtzinnig aan toe en tòch tegen wil en dank voelt ze hoe deze uitnodiging haar opwindt, totdat ze zichzelf tot de orde roept en de telefoon pakt om het etentje af te zeggen.
De telefoon wordt niet opgenomen. ‘Verdorie’, denkt ze, ‘geen voice-mail en ik heb geen mogelijkheid om hem per e-mail een boodschap te sturen, want ik weet zijn email-adres niet’.
Dorien woelt in haar haardos en strijkt het wat ruw naar achteren, alsof ze daarmee het probleem wil wegduwen, waarbij de tinteling in haar ogen verdwijnt. Haar smal en gevoelig gezichtje verstrakt  van spanning, terwijl ze bijt op haar onderlip.

Ze schrikt van het plotselinge geluid, dat de telefoon maakt en meteen gaat haar keel dichtzitten. Maar dan ziet ze op de display, dat het Peter is. ‘Hi Peet, hoe laat ben je thuis?' vraagt ze met enigszins schorre stem. 
'Dag liefje, wij worden nogal opgehouden en het zal wel laat worden vanavond. Wat ga jij doen?
Misschien ga ik uit eten…. Ja, doe dat meisje', antwoord Peter. 'Sorry Dorien, wij worden alweer opgetrommeld. Tot later!’ roept hij nog gauw.
Heeft ze toch inmiddels een beslissing genomen? vraagt Dorien zich af.

(Wordt vervolgd)
N.B. Alle namen zijn gefingeerd en de geschiedenis, die ik beschrijf is puur aan mijn fantasie ontsproten.