zondag 9 juni 2013

IK HOUD VAN JOU, MAAR OOK VAN HEM (deel 11)

‘Hoe zou je de situatie omschrijven, waarin je nu verkeert voor wat betreft Dick?’ pakt Lidia het gesprek weer op.
‘Wel, ik heb met hem gesproken over het plotseling afbreken van de telefoon en het blokkeren van ons mailadres.
Hij vertelde mij, dat zijn toenmalige vrouw, terwijl hij mij aan het bellen was, binnenkwam en daarom plotseling afbrak. Zij eiste van hem, dat hij het emailadres vernietigde en hij voelde zich de eerste dagen zo buiten alles staan, dat hij toen niet bij machte was, zich daartegen te verweren. Dat kon ik begrijpen, maar waarom hij mij daarna niet even een kort berichtje kon zenden, dat is voor mij abracadabra.


En waarom ik hem dat niet meer gevraagd heb? Wel, ik dacht, dat het voor de hand lag mij dit te vertellen en misschien vond hij, dat hij zich voldoende had verklaard via zijn vriend, die hij zei eerst orde op zaken te willen stellen met de mensen in zijn naaste omgeving. Hij heeft wel veel aan mij gedacht, vertelde hij mij later en ook dat hij het heel erg vond, dat ik verstoken was van alles.
Dus, ja samengevat zou ik zeggen, dat hij invoelend vermogen heeft, maar in wezen niet zoveel van mij houdt. Hij wilde toen zijn huidige leven behouden en er ook geen stip van missen wat voordien al inhield, dat wilde ik met hem verkeren, ik mij moest aanpassen.

Natuurlijk had ik de keuze om dat niet te doen, alleen iedere keer als ons contact intensiveerde hadden wij een heel intiem contact en misschien ten onrechte, heb ik dat aangezien voor liefde. Ja, hij wilde mij graag liefhebben, maar wilde daarvoor geen verantwoordelijkheid dragen, laat staan, dat hij de consequenties accepteerde.
Zoals de laatste keer, dat ik hem ontmoette, dus tijdens het etentje vertelde hij, dat hij voor mij een universele liefde voelde en alleen contact wilde via internet en ik hoefde er niet op te rekenen, dat hij mij ooit nog weer in levende lijve wilde ontmoeten.
Geheimen deelden wij

Ikzelf heb een totaal andere insteek, ik wil graag een mens liefhebben, daar houd ik van, maar ik houd niet van een soort liefde, die alleen haar bestaansrecht kan vinden in een soort droom, dat bestaat uit schriftelijk contact en bij hoge uitzondering soms uit een telefoontje. Dick ontnam mij nooit mijn rechten, hij was in dat opzicht een integer en ruimdenkend mens.
Kortom: ik denk, dat hij alles goed voor zichzelf op een rijtje heeft gezet, dus wat hij aan kan en wil, alleen het strookt totaal niet met mijn behoeftes. Ik heb mij in het verleden al veel te veel aangepast waar ik nog steeds de gevolgen van ondervind.
Samengevat: het is definitief voorbij en over, onze behoeftes over en weer komen niet overeen.

Wat mij het meest frustreert, is dat ik nooit ervoer, dat hij iets voor mij over had, hij is voor de goede orde een invoelend mens, daarin kwam ik niks tekort. Het voelt voor mij – en misschien wel terecht – alsof hij uitsluitend voor zichzelf zorgde met behulp van zijn therapeut. Maar inmiddels heb ik zeer duidelijk gekregen – dat hij niet de man is, die ik zoek.
Over en voorbij

Ondanks dit heldere gegeven, moet ik herhaaldelijk voor mezelf op een rijtje zetten en onder ogen zien, dat wij volkomen langs elkaar heen gaan en dat dit het is geweest.
Mijn ego is nog steeds gekwetst. Het is makkelijker kwaad te zijn, dan de pijn, die daaronder zit te voelen. Tja en dat is het kind in mij.

Zullen wij om de avond af te sluiten nog een afzakkertje nemen Lidia en dan lekker slapen en morgen gezond weer op? Lidia knikt van 'ja' en zegt dan: 'doen we! Het is niet niks wat je voor je kiezen hebt gekregen, maar je hebt veel kracht. Je komt er wel uit.'



Geen opmerkingen:

Een reactie posten