donderdag 30 mei 2013

IK HOUD VAN JOU, MAAR OOK VAN HEM (deel 7)

Even later nemen Lidia en Ester afscheid en Jonas wenst hen goedenacht en vertrekt naar boven. Dorien ruimt de afwasmachine in en Peter zegt: ‘Dorien, ik begrijp, dat jij je zaken moet regelen en dat je daar even de tijd voor moet nemen, maar ik heb liever niet, dat jij hier alleen bent met die Dick Boelens in de buurt. Ik vertrouw hem niet.

Je vertrouwt mij niet Peter’ reageert Dorien ad rem ‘en dat stoort mij bijzonder.’
Peter neemt een slokje van zijn wijn, zodat hij tijd heeft om na te denken.
En dan zegt hij: ‘Dorien, je vergeet hoe jij er aan toe was, toen ik je ontmoette.
Je was kapot toen, omdat je niet opgewassen was tegen die Dick Boelens.
Dat is inmiddels een aantal jaren geleden, denk jij nu werkelijk, dat ik nog steeds hetzelfde onschuldige meisje ben van toen?’



Nee, dat is het niet. Wat is het dan wel Peter?’ vraagt Dorien nogal agressief.
‘Dorien, je hebt heel veel van hem gehouden, heb je mij verteld. Vertel mij dan eens wat ik er van moet denken, nu jullie weer contact hebben.
 


Dorien realiseert zich, dat hij daar een punt heeft, alleen ze moet uitzoeken wat haar nog steeds aan Dick bindt.
‘Peter, ik wil eerlijk en open met je kunnen praten en ik weet, dat ik je nu pijn ga doen, want ik houd van jou, maar ook van hem.
Hoor je wat je zegt Dorien?’ Ze geeft hem geen antwoord, ook al heeft ze de neiging hem steeds gerust te willen stellen. Ze voelt zich schuldig, maar wil daar geen aandacht aan geven. Ze moet nu doorzetten.



‘Misschien moet ik niet met Jonas meegaan en wachten tot je hier alles hebt geregeld, zodat wij samen naar Frankrijk afreizen.’
Dan komt er een vastberadenheid in Dorien naar boven, dat haar doet zeggen:
‘Nee Peter, dat wil ik niet. Ik wil in alle rust tot een besluit kunnen komen, want dat lukt mij niet als jij bovenop me zit.’
Ze ziet zijn kaakspieren trekken en zijn ogen worden donker, terwijl hij haar toevoegt:
‘ik blijf. Nee, je blijft niet, want als jij blijft, ga ik weg, ik heb nu behoefte aan rust en ruimte. Gun mij dat Peter.’

Zich nauwelijks beheersend en zeer afgemeten zegt hij: ‘zoals je wilt. Denk je over een scheiding na? gaat hij verder, haar met koude ogen aankijkend. Is het verdomme al zover, dat je daarmee bezig bent?’
Haar hart gaat naar hem uit, want ze weet hoe Peter haar opgevangen heeft, toen Dick haar van het éne op het andere moment in de steek heeft gelaten.
‘Nee, zegt ze zacht, ik moet alleen met mezelf in het reine komen, geef me wat ruimte Peter en alsjeblieft vertrouw me.’

‘Ik zou graag willen, maar ik weet, dat je hart hangt aan avontuur en dat jij dit bij mij niet vindt.’
De tranen springen Dorien in de ogen, als ze hem zo hoort praten en ze ziet hem lijden. ‘Ik beloof je, dat ik je niet langer, dan nodig in onzekerheid zal laten.’
Met een grom draait Peter zich om en verdwijnt naar boven. Dorien blijft van haar stuk geblazen achter en vertwijfeld grijpt ze naar de wijnfles en schenkt haar glas nog eens vol.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten