donderdag 2 mei 2013

IK HOUD VAN JOU, MAAR OOK VAN HEM (deel 2)

Peter kijkt op zijn horloge, het loopt tegen 22.30 uur en hij ziet dat Jonas  zijn glas leegdrinkt. ‘Jonas’ roept Peter, terwijl hij tegelijkertijd naar hem toeloopt ‘hoe denk je erover? Zullen wij eens op huis aangaan? Ik denk, dat Dorien inmiddels ook wel thuis zal zijn.’
Jonas laat zich van de barkruk glijden in het café, waar ze met een paar deelnemers van het symposium zijn neergestreken. Hij rekt zich een beetje uit en zegt: ‘Mijn idee, de dag is lang genoeg geweest.’ Beiden begeven zich naar de garderobe na afscheid genomen te hebben van hun medecursisten en zoeken hun jassen. Terwijl ze daar mee bezig zijn, ziet Peter, Ester, de vriendin van Geert, ook haar jas pakken.
‘Hé Ester’ roept Peter,’ ga je nog even mee naar Dorien voor een laatste glas? Gezellig, ja graag' beantwoord ze zijn vraag. 'Alleen ik blijf niet lang, want ik heb morgen een presentatie te verzorgen.'

Ze lopen naar de parkeergarage in het centrum van Nijmegen, vlak bij het museum ‘Valkhof’ en rijden even later over de Waalbrug richting dijkhuis.

De Waalbrug, Nijmegen
‘Hebben jullie de lezing van de Amerikaanse filosofe Susan Neiman gevolgd?’ vraagt Ester. Ja, licht Jonas haar in, ‘de Pierre Bayle-lezing, vernoemd naar de Franse verlichtingsfilosoof die in 1681 naar Nederland vluchtte’.

Het was een boeiende lezing', vertelt Peter verder, 'omdat de boodschap van de Verlichting nog steeds actueel en relevant is, want de verlichtingsfilosofen formuleerden denkbeelden, die nu nog een morele leidraad vormen voor ieder weldenkend mens. Neem de rechtsstaat nou eens als bijvoorbeeld: toen al ging het over gelijke rechten voor man en vrouw en de rechten van de mens'.

Dan neemt Jonas enthousiast het gesprek van Peter over en informeert Ester verder over het symposium. ‘De uitgangspunten waar wij over gesproken hebben zijn: de pubers, die de kont tegen de krib gooien, als ze merken dat de wereld niet aan hun verwachtingen voldoet en dan worden ze aan de andere kant ook nog eens geconfronteerd met de volwassenen, die heel goed begrijpen, dat de wereld weerbarstig is en dat veranderingen moeizaam tot stand komen.
'Weet je, zegt Ester 'wat ik erg vind? Ik zie toch soms mensen van onze eigen leeftijd, wereldwijs maar toch al als enigszins uitgebluste figuren, die de idealen uit hun jeugd hebben opgegeven. Nou.... 'begint Jonas, maar dan wordt hij in de rede gevallen door Peter, die zegt:
‘Wij zijn er, mevrouw en meneer’.

De voordeur gaat meteen open en Dorien verwelkomt Peter liefdevol en de gasten hartelijk.. ‘Wat gezellig' roept ze uit en Peter kijkt haar even aan, reageert ze niet wat te gespannen? Ook haar wangen lijken roder dan normaal, of verbeeldt hij zich dat nou?

Binnen brandt de open haard en een opengeslagen boek ligt op tafel naast een halfvolle wijnglas. 'Ah', merkt Ester genoeglijk op: 'je hebt muziek van Leonard Cohen opstaan.
Ga zitten mensen' roept Peter vanuit de hal, waar hij bezig is hun jassen op te hangen.
Dorien houdt de wijnfles uitnodigend ophoog naar haar bezoek. 'Willen jullie ook een glas rode wijn of liever iets anders?' Peter komt weer binnen en zegt tegen Dorien: 'ik zorg wel voor de drankjes.
Graag' zegt Dorien, terwijl ze hem in het voorbijgaan een kus geeft, 'dan haal ik wat hapjes uit de keuken.'
Als ze terug komt met een schaaltje olijven, toastjes, een kaasplateau en wat nootjes valt ze middenin een gesprek over Immanuel Kant en verneemt ze, dat het  een gedachte-experiment betreft. Terwijl Dorien al redderend de hapjes op tafel zet, waarna ze zich nestelt naast Peter op de bank, vertelt Jonas wat er in de groep tijdens het symposium is besproken.

'Het gaat om een man, die naar het bordeel gaat, terwijl hij eigenlijk niet wil.
Zijn lust is sterker, dan de wil om trouw aan zijn vrouw te blijven.
Totdat er een galg voor het bordeel wordt gezet. Iedereen, die naar de hoeren is geweest, wordt opgehangen. Plotseling blijkt deze man zeer goed in staat te zijn, zijn driften te beheersen. Dat is ook logisch, want wie dood is, kan nergens meer van genieten. Iedereen zou dezelfde keuze maken, aldus Kant.
Immanuel Kant: De mens heeft altijd een keuze

Maar ja, dan wordt dezelfde man bij de koning ontboden, een wrede tiran, die een onschuldige burger ter dood wil laten brengen. Voor de vorm moet een andere burger een brief schrijven waarin het slachtoffer van allerlei wandaden wordt beschuldigd.
Aan de losbol wordt gevraagd de brief te schrijven. Als hij weigert, wordt hij zelf geëxecuteerd. Nu is de keuze helemaal niet meer zo duidelijk.
Wat vinden jullie?' vraagt Peter aan de vrouwen.
'Nou....' begint Ester aarzelend, 'de meesten zouden volgens mij uit doodsangst de brief schrijven.'
Dorien heeft haar twijfels, want zegt ze: 'ik geloof dat nog niet zo, want mensen zijn volgens mij wel bereid te sterven voor een nobele zaak, maar niet voor hoerenbezoek.'

En ze denkt onderwijl: 'zou ik bereid zijn te sterven voor een nobele zaak? Dick Boelens is geen nobele zaak toch? Mijn redelijk vermogen heeft een moreel besef,  maar er is een deel in mezelf dat geen moraal heeft, dat deel dient iets anders', realiseert ze zich machteloos.

(wordt vervolgd)
N.B. Alle namen zijn gefingeerd en de geschiedenis, die ik beschrijf is puur aan mijn fantasie ontsproten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten