zondag 9 juni 2013

IK HOUD VAN JOU, MAAR OOK VAN HEM (deel 9)

Dorien sluit met een tevreden gevoel haar computer af, ze heeft goed gewerkt vandaag en vindt, dat ze wel een glas wijn heeft verdiend. Ze ontkurkt een fles in de keuken en nadat ze heeft ingeschonken, trekt ze de koelkast open en ziet kip, paprika, prei en courgette. Ah, daar kan ze wel wat mee. Courgettesoep gaat ze maken met kruidenkaas en oosterse kip. Rijst staat er nog in de kast……
Het geluid van de telefoon stoort haar in de kookoverpeinzingen en terwijl ze de hoorn opneemt, loopt ze naar de kamer en ziet onderwijl op de display, dat het Lidia is, die haar belt.
Na de begroetingen over en weer vraagt Dorien of Lidia voor iets speciaals belt, maar nee, dat is niet het geval, ze wil alleen maar weten hoe het met haar gaat.
‘Heb je zin om te komen eten?’ vraagt Dorien. ‘Stoor ik je dan niet? Welnee, anders zou ik je immers niet vragen? Oké, dan sta ik over een kwartiertje ongeveer voor je deur’ antwoordt Lidia.

Dorien steekt alvast de openhaard aan, want het begint wat fris te worden, het wil immers maar niet zomeren en loopt weer terug naar de keuken om alvast voorbereidingen te treffen voor het eten.
Ze snijdt de kip in stukken om in de marinade te zetten en verwerkt de courgette tot blokjes, zo ook een rode ui en snippert een knoflookteen. Onderwijl pakt ze een liter bouillon uit de koelkast en fruit de ui met de knoflook aan, waarna ze de blokjes courgette toevoegt. Zo nu de prei nog even klein snijden en dan kan alles in de pan en terwijl ze bezig is met kokkerellen, hoort Dorien zichzelf neuriën en tot haar verbazing merkt ze, dat ze zich gelukkig voelt. 

Even later gaat de bel en staat Lidia voor de deur. ‘Hoe bevalt het alleenzijn?’ vraagt Lidia geïnteresseerd. ‘Ik vind het gewoonweg heerlijk, heb fijn gewerkt vandaag en heb met veel plezier de voorbereidingen getroffen voor het eten. Tenminste ik hoop, dat je van courgettesoep en oosterse kip houdt? Dat klinkt allemaal verrukkelijk’ geniet Lidia al bij voorbaat. Het vuur knettert in de openhaard, als Dorien Lidia naar de kamer loodst en vraagt of Lidia een glas wijn belieft, terwijl ze de wijnfles ophoog houdt. ‘Graag, daar ben ik wel aan toe.’

‘Hoe gaat het met jou?’ vraagt Dorien, ‘gisteren ben ik er helemaal niet toegekomen om naar jou te informeren. Uitstekend gaat het mij, de praktijk loopt goed en ja er is natuurlijk altijd wel iets wat extra aandacht vraagt, maar sinds ik twee jaar geleden begonnen ben met mijn eigen psychotherapeutisch bureau, kan ik nu met een gerust hart zeggen, dat alles boven verwachting goed verloopt.’
Terwijl Dorien luistert naar een paar wetenswaardigheden, die Lidia haar vertelt over de voordelen van het werken met cliënten vanuit haar eigen bureau, vergeet Dorien niet, dat ze gastvrouw is en schenkt ze nog eens in.

‘Hier liggen tijdschriften’ wijst Dorien,‘want ik moet het eten nog even afmaken. Prima, ik vermaak me wel’ antwoordt Lidia, die even later met haar glas in de hand toch de keuken komt binnen slenteren. ‘Het ruikt hier verrukkelijk’ zegt ze.
Dorien lacht haar vrolijk toe en vraagt: 'wil je even proeven? Natuurlijk' en nadat ze geproefd heeft van de soep, zegt Lidia: 'Lekker, helemaal goed, niks meer aan doen.
Dan kunnen wij aan tafel', besluit Dorien. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten